DEZE PAGINA MAAKT DEEL UIT VAN WWW.TENERIFE-REISGIDS.BE
REISVERSLAG JOS DEJONGHE MEI 2001
Tenerife : dag 1 -06/05/2001

Het is vroeg opstaan vanmorgen. Feitelijk was het bijna niet de moeite om te gaan slapen. De bus van de Vriendenkring vertrekt om 3 uur op de parking van Sidmar. Aan boord 52 nog slaperige deelnemers. Naar Zaventem gaat alles vlot. In Zaventem is er bij de check-in balie een probleem met de computer voor de plaatsbewijzen. Het duurt nog iets langer dan anders. Ook het wegen van de bagage werkt niet . En zeggen dat we gisteren een halve dag hebben staan sorteren om toch maar niet boven de toegelaten 15 kilo te komen. Vlijt wordt altijd gestraft.
Het vliegtuig vertrekt uit Zaventem om 6.15 uur. Na een normale vlucht landen we op Tenerife Reina Sofia om 9.35 plaatselijke tijd. Een bus brengt ons naar het hotel "Jacaranda" op playa Fañabe.
In het hotel duurt het eventjes voor we onze kamer krijgen, maar uiteindelijk valt het nog mee. Het hotel bestaat uit verscheidene blokken rond een groot middenterrein. Vanaf de vijfde verdieping zorgt een kunstmatige waterval voor de sfeer. Daaronder een paar zwembaden. Ook ter hoogte van de vijfde verdieping zijn er op een reuzenterras , drie zwembaden. Het vinden van onze kamer in een dergelijk labyrint is niet zo eenvoudig. Onze kamer is op de zesde verdieping. We moeten de lift naar blok F nemen, dan langs de binnenzijde door blok E , een paar trapjes op en dan langs de buitenzijde naar blok D. We laten voor het gemak de koffers door een kruier naar de kamer brengen.
Samen met de reis heb ik een wagen gereserveerd voor de ganse periode van mijn verblijf. Tijdens het uitpakken zeg ik tegen mijn vrouw dat ik "eventjes" naar de receptie ga ik om de sleutel van de auto op te halen. Blijkt dat het hotel daar niet in tussen komt. Na de nodige uitleg door de reisleidster bellen zij naar het betrokken verhuurbedrijf. Die waren met de wagen aan het hotel geweest maar te vroeg. De touroperator had 9.30 als aankomstuur opgegeven, maar dat was het uur van de landing en niet van aankomst in het hotel.
Goed , zij komen direct terug. Dit is inderdaad zo , een kleine 10 minuutjes later laat ik mij via de receptie (spaans-engels) en de reisleidster ( engels-nederlands) uitleggen hoe het systeem werkt. Ik moet mee naar het bureel in Playa de las Americas om de papieren te ondertekenen en de auto af te halen. Ik betaal de borg, krijg de sleutel, een plannetje waarop twee wegen staan aangeduid om terug te keren naar mijn hotel, en wegwezen. Het is siësta. Is het compensatie voor het gebrek aan inlichtingen of gewoon gulheid, ik krijg een wagen van een hogere klasse dan gevraagd. Een splinternieuwe Seat Cordoba met alles erop en eraan.
Ik vertrek. Alleen in een onbekende omgeving met een onbekende auto. Het is niet simpel. Toch lijkt alles goed te gaan . Ik bereik de autoweg, mis de (zeer korte) oprit, rij de bergen in, keer terug, rij de autoweg op en volg die, zoals aangegeven tot afrit 30. Daar kies ik de eerste mogelijkheid , maar mijn plannetje heeft geen rekening gehouden met werken aan de autoweg en de onvermijdelijke omleiding. Ik rijd hopeloos verloren. Na meer dan een halfuur straat in straat uit gereden te hebben , driemaal op een parking van een verkeerd hotel geland te zijn, één maal door een enkele richting gereden te hebben, geraak ik opnieuw op mijn vertrekpunt aan de autoweg. Ik rij nogmaals tot afrit 30. Daar neem ik de tweede mogelijkheid en ja na 500 meter sta ik , het zweet nog in mijn handen, aan het hotel. Anderhalf uur nadat ik de kamer "eventjes" verlaten had. Gelukkig hadden vrienden mijn vrouw ingelicht.

Los Abrigos en El Medano.

Om 13.30 vertrekken we naar Los Abrigos.
Dit vissersdorpje is alom gekend voor zijn verse vis. De beste restaurants bevinden zich in de omgeving van het piepkleine haventje, dat verkeersvrij is. Een mooie omgeving. Wij kiezen restaurant " Vista Mar" dat mij door een internetter is aanbevolen. Een gedeelte van het restaurant is in feite een stuk vismijn. Er liggen vissen en schaaldieren in alle soorten en in alle maten. Carabiñeros zijn er jammer genoeg niet. Het is de bedoeling dat je aanwijst wat je wil eten, een ober kiepert het aangeduide op een grote inox schaal en verdwijnt er dan mee in de keuken.
Na een korte tijd komt reeds een eerste deel klaargemaakt terug. De rest volgt geleidelijk. Het smaakt voortreffelijk. Zeker ook door het gezelschap van een zeer goede witte wijn uit Tenerife zelf.
Tijdens het kiezen hebben we ons niet volledig kunnen bedwingen, en met spijt in het hart maar met een volle maag moeten wij enkele restjes achterlaten.
Na het eten wandelen wij langs het haventje en daar - grote verrassing - worden wij getrakteerd op een regenbui. Gelukkig duurt het niet lang. Regengerief hebben wij natuurlijk niet bij. Het ligt wel in de auto.
Daarna rijden we naar El Medano. De weg van Los Abrigos naar El Medano loopt tussen het vliegveld en de zee. Op de rechterkant zien wij de rode rots (Punta Roja) ,een rots die tot in de zee uitloopt. Deze rots was ons in het vliegtuig al opgevallen.
Het daaropvolgende strand is ingenomen door surfers en de nieuwe sport die ik "para-surfen" noem. Staande op een korte plank laten zij zich door een soort valscherm met behulp van de stevige wind over het water glijden. De snelheden die ze bereiken zijn waanzinnig hoog. De sprongen die ze maken spectaculair. Natuurlijk is dit niet zo simpel. Geregeld verdwijnt er eentje onder water. Een aantal onder hen is nog aan de droogtraining bezig. Ze oefenen het besturen van de valscherm op het strand.
In El Medano zelf is er een klein kleurrijk lavastrand. We wandelen juist naast de vloedlijn. Er liggen rotsen uit puimsteen die door het spel van ebbe en vloed grillige vormen hebben gekregen.
Op een terrasje met uitzicht op de surfers verpozen wij even bij een verfrissing. Wat ons opvalt ; de totale afwezigheid van meeuwen. Is dit altijd zo, of zijn ze verdwenen omdat er een vulkaanuitbarsting op komst is ? Vogels weten dat naar het schijnt. Grapje.
Daarna keren wij terug naar het hotel. Een aperitiefje, een avondmaal , nog een afzakkertje en de eerste dag zit er op.


Tenerife : dag 2 -07/05/2001.

Puerto de la Cruz.

Op het programma stond : Masca en het Teno massief.
Door het minder fraaie weer ( veel bewolking = geen vergezichten) besluit ik via de Teide naar Puerto de la Cruz te rijden. Voor een stadsbezoek mag het weer iets minder zijn.
Het wordt mijn eerste kennisname met de bergwegen van Tenerife. Via La Camella , Arona, Escalona gaat het naar Villaflor. Daar komen we op een mooie, brede weg die kronkelend langzaam stijgt naar de vlakte van Las Cañadas. We rijden door lichte wolkenslierten. Maar plots boven de 2000 meter zien we tussen de dennenbomen streepjes zon verschijnen. En éénmaal uit het bos aanschouwen we het wonder. Onder ons een wit glanzend deken _ de wolken waar we doorgereden zijn. Voor ons de eerste pieken van de bergrug die de vlakte van Las Cañadas langs drie zijden omringt. We kunnen niet weerstaan en stoppen langs de weg bij de eerste gelegenheid die zich voordoet. De fototoestellen klikken, de camera zoemt. Wij ademen de zuiverste lucht in die we ooit hebben ingeademd. De uitzichten zijn adembenemend. We rijden verder, hier zijn de rotsen anders van kleur , anders van vorm. We stoppen opnieuw, filmen, kijken , rijden verder, stoppen, filmen, kijken en zo voort. Iedere bocht is anders , we genieten. En plots na de zoveelste bocht staat hij daar in al zijn grootheid , de Pico del Teide.
Lang kunnen we er niet van genieten. We moeten verder of we geraken nooit in Puerto de la Cruz. We laten de Cañadas achter ons en beginnen de lange afdaling naar La Orotava. We komen opnieuw in de wolken. Het wordt koud en plots zijn de wolken zo dik dat ik verplicht ben te stoppen om samen met mijn reisgenoten te zoeken waar de lichten en de mistlichten zitten in deze huurwagen. Met volle lichten en uiterst voorzichtig rijden wij verder.
Even voor La Orotava zijn we de wolken kwijt en kunnen we weer normaal rijden. Het is druk in La Orotava en voor we het weten zijn we er voorbij. Een bezoek zal voor een andere keer zijn. We rijden door naar Puerto de la Cruz. We volgen een bord "P" en komen zonder probleem in een ondergrondse parking. Er boven is een winkelgalarij. We laten de auto achter en beginnen aan een stadswandeling.
We wandelen het eerst naar Plaza del Charco om te eten, want het middaguur ligt al een ganse tijd achter ons. In één van de reisgidsen heb ik het adres gevonden waar men goeie tapas kan eten.
"El Boqueron" Calle Blanco nr 1. Daar gekomen blijkt het restaurant "ARCON" te heten en zijn boquerons (verse ansjovis) de specialiteit van het huis. Vandaag zijn er geen. Het weer is verbeterd en we installeren ons aan een tafeltje midden het verkeersvrij straatje. De tapas smaken he-e-erlijk. De bediening is voortreffelijk.
Nadien zetten wij ons bezoek aan de stad verder. Dit neemt veel meer tijd in beslag dat ik gerekend had en jammer, maar de botanische tuin zal moeten wachten tot een volgend bezoek aan Tenerife.
Terug in de winkelgalerij vergezeld ons een vriendelijke agente naar de ingang van de parking. Na aan een automaat afgerekend te hebben vatten we de terugweg aan. Op de weg naar Icod de los Vinos kom ik tegenliggers tegen met de lichten aan. Ik denk aan een tropisch onweer, maar nee. Oorzaak blijken een paar donkere tunnels te zijn , die niet op mijn kaart stonden. Eer ik de opnieuw de lichten gevonden heb zijn we er gelukkig door. Voorbij Icod de los Vinos draait de weg de hoogte in. Het is druk . De bochten talrijk en onoverzichtelijk. In feite is de weg over 30 km één bocht , er is tot Chio denk ik geen recht stuk van meer dan 10 meter. Voor een neofiet in het vak geen gemakkelijke opdracht. Maar het lukt mij om zonder kleerscheuren (lees : blutsen en builen) Guia de Isora te bereiken. Van daar naar Playa Fañabe is het een zacht eitje . Moe maar tevreden komen we aan het hotel, waar het avondritueel kan beginnen.


Tenerife : dag 3 -08/05/2001.

Paysaje Lunar ( maanlandschap)

Na de dolle rit van gisteren staat er vandaag een rustige wandeling op het programma. In de voormiddag naar Paysaje Lunar en in de namiddag naar de Barranco del Infierno. Maar opnieuw blijkt dat ik de rijtijd en de afstand vreselijk onderschat heb.
Op de autoweg rijden we al babbelend de afrit Los Cristianos voorbij. Geen nood , volgens de kaart komen we er via de afrit San Isidro ook wel. Van San Isidro rijden we naar Granadilla de Abona. We staan een tijdje in de file. Dat kennen ze hier dus ook. Daarna gaat het richting Villaflor.
De geschiedenisboeken maken er geen melding van , maar volgens mij is deze weg hier nog aangelegd door Julius Caesar. En na hem is er geen enkele aanpassing meer gebeurd. Buiten een paar toeristen in een huurwagen komen we geen mens tegen. Nu, de Tenerifanen zullen wel weten waarom. Over de 12 Km doen wij zeker meer dan een halfuur.
Even buiten Villaflor vinden we gemakkelijk de landweg naar "Lomo Blanco" . Het begin is moeilijk en even overweeg ik niet verder te rijden. Het is 7 km ver tot de parkeerplaats, en als de weg verder nog verslechterd wil ik mijn huurwagen niet riskeren (schade aan banden en bodemplaat is voor eigen rekening). Na een korte verkenning te voet , blijkt de weg geleidelijk te verbeteren en wagen we het erop. De kilometer is op Tenerife wel wat groter dan bij ons. Het wordt een lange stoffige rit tot de parkeerplaats. Plaats voor drie, vier auto's en een bord met vermelding van de mogelijke wandelingen. Van maanlandschap is hier nog geen sprake. Er vertrekt wel een goed aangegeven wandelpad en op het aanwezige bord staat duidelijk "Paysaje Lunar ". Het is ondertussen reeds bijna elf uur geworden. Toch gaan we op stap. Na 100 meter klimmen blijkt dat wij geen twintig meer zijn, _ maar reeds drie maal twintig gepasseerd_ en dat we op deze hoogte te snel van start zijn gegaan.
Even rusten en dan aan een kalmer tempo verder. De klim wordt niet meer zo steil en we vorderen goed. Beschrijven wat we zien is onbegonnen werk. Overal zien we andere gevolgen van lavastromen. Hier staan de dennen mooi groen, daar liggen nog versteende resten van ontwortelde bomen of struiken. Wat in de Ardennen een beekje zou zijn , is hier een gestolde lavastroom. Soms lijkt het erop dat men boven op de heuvel, ter wille van de toeristen , een camion vloeibare asfalt heeft laten naar beneden lopen. Na iets meer dan een uur komen we aan de geërodeerde rotsformaties waaraan de site zijn naam te danken heeft. Waar de kleur tot nu toe overwegend naar de donkere kant was, worden we nu geconfronteerd met witte rotsen. Ik ben geen geoloog, maar het lijkt mij een soort verglaasd zand. Het voelt aan als schuurpapier. Een soort Cappadocië in 't klein. Het filmen wordt een moeilijke onderneming. Steeds opnieuw komen wolkenslierten de rotsen in nevels hullen. We zitten hier op een hoogte van rond de 2000 meter. Maar komt de zon er even door _ hoogstens voor een paar minuten , soms slechts enkele seconden_ dan krijgen de rotsen een gouden schittering. Na alles goed bekeken te hebben keren we terug langs dezelfde weg. De wolken volgen ons en zakken mee. Het is koud. Wanneer we gezakt zijn tot bij onze wagen , wijst de thermometer met moeite 7 graden aan. Hogerop was het nog minder. Gelukkig bevat de wagen naast air-co ook nog verwarming.
Wanneer we opnieuw aan de grote weg komen, zit onze wagen volledig onder het stof.
We besluiten Villaflor binnen te rijden en daar eten te zoeken. We laten de eetgelegenheden langs de grote baan voor wat ze zijn en zoeken ons heil rond het oude centrum van Villaflor. Veel keus is er niet. Maar in een klein straatje vinden wij "Bar Hernandez". We krijgen en kamertje apart en na in de kookpotten gesnuffeld te hebben kiezen we voor een dikke stevige groentesoep en een schaperagout. Het is er koud, verwarming had geen luxe geweest, en zelfs een karaf Vino tinto kan ons niet opwarmen, maar het eten smaakt opnieuw voortreffelijk.
Na het eten bekijken wij het prachtige kerkje en het mooie grote plein. Het is dan al vier uur gepasseerd, de kou laat zich niet verdrijven en kruipt steeds dieper in onze kleren, we besluiten af te zakken naar het hotel. De Barrranco zal voor een andere dag zijn.
Het is de enige keer dat wij vroeg (rond 5 uur) in het hotel terug zijn. Aan één van de vijf zwembaden is er nog namiddagactiviteit bezig. Een sergeante-majoor probeert met luide stem, veel gebaren en loeiharde disco, een gemengde groep hotelgasten tot ritmische bewegingen aan te zetten. Niets voor mij, brrr.
De dag kent een normaal einde.


Tenerife : dag 4 -09/05/2001.

Candelaria - Piramides de Güimar

De bergtoppen verstoppen zich nog altijd in dikke wolken. We zullen langs de kust blijven om te profiteren van de schaarse opklaringen. Op het programma : Candelaria en de Pyramides van Güimar.
Via de autoroute TF1 komen we vlot in Candelaria. De zon schijnt er. We parkeren onze wagen aan een pleintje onder de bomen. Even twijfelen we , als we zien dat een politieagent bij verschillende wagens een briefje onder de ruitenwissers steekt. Een inwoner ziet onze twijfel , herkent ons als toeristen ( hoe zou dat toch komen ?) en legt in gebrekkig Frans uit dat de regeling (welke dat ook mocht zijn) niet geldt voor vreemdelingen en dat we onze wagen daar gerust mogen laten staan. Inderdaad als we later terugkeren loopt die agent daar nog altijd en zit er niets onder onze ruitenwisser. Merkwaardig !
Candelaria is zoals het in de reisgidsen staat. Ik moet er niets aan toevoegen. Kathedraal , de grote bronzen beelden, het is er allemaal. Mooi, een bezoek overwaard.
Voor ons middagmaal rijden we naar Arafo. In de reisgids staat :"La Cuevita de Nemesio, Arafo, Carretera la Cumbre bij km 2. Grottenrestaurant met Canarische keuken; woe-ma 13-24 uur." De carretera enz; is hoogst waarschijnlijk de enige straat zonder naambord in Arafo. Na wat zoekwerk en enig gevraag ( op een briefje schrijven en tonen is een goed middel) worden we op de goede weg gezet. Het is buiten Arafo richting Teide. En inderdaad aan km 2 staat het restaurant. Bovengronds is het een bar die overdag gesloten is. Daaronder , in een grot , is het restaurant. Ook weer met twee of drie kleinere zaaltjes. We kiezen voor een nationaal canarisch gerecht : " conejo en salmorejo con papas arrugadas "(*)* (250 Bef) voorafgegaan door een "Ensalada" en vergezeld van een grote pot bier. Heerlijk. Eten, bediening, omgeving alles perfect. Echt een aanrader.
Dan op naar de pyramides van Güimar. Bijna missen we de afslag. De pyramides liggen volgens mij dichter bij Arafo dan bij Güimar. De ontvangst is goed. De ganse site is professioneel uitgebouwd. Men kan een filmvoorstelling meemaken (15 min) . Op iedere zetel zit een soort luidspreker, op een flexibele staaf, die men dichtbij zijn oor moet zetten. En op een kleine console kan men de taal kiezen : Frans, Engels, Duits en Italiaans. Het is aan te raden eerst deze film te gaan zien en dan het domein te bekijken. Zelfs al is men geen oudheidkundige , het domein is zeker een bezoek waard en men steekt er altijd wel iets van op. Wij waren in ieder geval unaniem tevreden.
Voor de terugweg neem ik de oude weg en niet de autostrade. Het wordt een belevenis. De weg loopt de ganse tijd op de bergflank. Dit levert veel prachtige vergezichten op en evenveel bochten. De bergflank is doorsneden door grote en kleine barranco's (ravijnen). En voor iedere barranco moet men over een brugje, met telkens een korte bocht vóór en een korte bocht ná. Aan de schade aan de brugmuurtjes te zien , heeft er al regelmatig iemand problemen gehad met die bochten. Op talrijke plaatsen langs de weg ziet men grotten. Zijn dat de vroegere woningen van de Guanchen of voorraadschuren uitgehakt in de bergwand, ik weet het niet. Een aantal zijn afgesloten met een houten poort. Het aantal brugjes tellen hebben we al lang opgegeven. Maar het resultaat van al dat bochtenwerk is wel , dat de schemering al begint te vallen wanneer we eindelijk in Los Christianos terug op de autoweg naar het hotel zijn. Het is laat en het avondritueel is dan ook aan de korte kant.


Tenerife : dag 5 -10/05/2001.

Masca en het Teno-gebergte

Het weer lijkt stilaan te verbeteren en daarom nemen we vandaag Masca en het Teno-gebergte.
We nemen de hoofdweg naar het noorden tot aan de eerste grote afslag naar links ; de kustweg naar San Juan. Op deze route is duidelijk te zien welke prijs men moet betalen voor het oprukkend toerisme. De bananenplantages verdwijnen hier denk ik nog sneller dan het regenwoud. San Juan is nog redelijk rustig, maar verder in Los Gigantes is het een heksenketel. Na de obligatoire foto's maken we dat we wegkomen. We klimmen naar Tamaimo. Dit is duidelijk nog een agrarisch gebied. Van Tamaimo gaat het bochtenwaarts naar Santiago del Teide.
Hier verpozen we even. We hebben dorst en een sanitaire stop word ook noodzakelijk. De WC is buiten achter de hoek en we moeten de sleutel vragen aan de cafébazin. Santiago del Teide is zeker een bezoekje waard. Het stemmige kerkje verrast ons door zijn met echte stof aangeklede beelden. Verder slenteren we rond in het gemeentehuis en genieten van de relatieve kalmte.
Tegenover de kerk begint de smalle weg naar Masca. We rijden tot de eerste stopplaats , boven op een bergrug. Het is er druk. We hebben geluk, er rijdt juist iemand weg. Mijn correspondent en de reisgidsen hebben niet gelogen ; het uitzicht langs meerdere zijden is fantastisch. De afdaling naar Masca is niet gemakkelijk , maar ik heb ondertussen al veel ervaring opgedaan en de weg is goed en goed beveiligd. Ik parkeer aan de rotonde , zoals mij werd voorgehouden. Nu gaat het nog. Wanneer we na het middagmaal terugkeren is de parking overvol en staan er zelfs verscheidene wagens in overtreding. Ook de tweede parking ietsje verder staat vol. We eten bij "Chez Arlette". Wat over het terras geschreven werd is juist. Een werkelijk prachtig uitzicht. Het eten echter valt tegen. Van de lamsribbetjes kan men zeggen : iedere gelijkenis met echte lamsribbetjes is louter toeval. En tot overmaat van ramp kunnen we alleen alcoholvrije drank krijgen. Geen biertje, geen wijntje. Het terras is wel mooi, maar ook hier is het koud en het koude water dat we drinken is niet in staat ons te verwarmen. Gelukkig liggen er dekens. Daar maken we dan ook dankbaar gebruik van.
Na het eten zetten we onze weg verder. Even buiten Masca , aan een soort platform (waarschijnlijk één in aanbouw zijnde taverne) stoppen wij opnieuw , om Masca vanuit een andere hoek te bekijken.
Dan gaat het verder richting kust. Na Buenavista del Norte gaat het richting Icod de los Vinos , waar de drakenboom ons wacht.
In Los Silos komen we , je gelooft het nooit, op kasseien terecht. Even gestopt en gevoeld. En ja hoor , het zijn echte Vlaamse kasseien. Los Silos heeft ook nog andere verrassingen in petto. Het hagelwitte mooie kerkje lijkt op een reuze-ijstaart. Er is een soort college met kapel. En een marktpleintje omgeven door bomen , met middenin een kiosk. Onder de kiosk een cafeetje met terras. Ik zie ook dat er verscheidene wandelingen vertrekken vanuit Los Silos.
Garachico is de volgende halte. Het havenstadje ,nu een beetje vergeten, dat in 1706 door lavastromen bijna van de kaart werd geveegd. Het haventje zelf kwam er minder goed van af. Nu nog altijd zijn duidelijk de sporen van de lavastromen te zien. Alleen het fort aan de ingang van de haven heeft de ramp overleefd. Er rechtover is een zeer speciale souvenirwinkel. Het is meer een souvenirmagazijn. Daar profiteren we van om aan onze huisoppassers te denken en ook om voor onszelf van die verrukkelijke "Mojo" sausen te kopen. Aan het fort is er, aan de waterkant, ook een groot mooi terras. Als goede Vlamingen krijgen we direct al dorst als we zoiets zien en de rest laat zich raden. Het wordt te laat om nog Icod de los Vinos en de drakenboom te bezoeken. Het zal voor een volgende keer zijn.
Mij wacht nu nog die moeilijke terugweg. In Guia de Isora zijn er nu ook werken begonnen. Het is beurtelings verkeer. En op deze drukke weg zorgt dat natuurlijk voor files. Het is dan ook al redelijk laat wanneer we ons hotel bereiken.
De verdere avond wijkt niet af van de vorige.


Tenerife : dag 6 -11/05/2001.

Pico del Teide en Las Cañadas.

Eindelijk. Le moment Suprême. De dag waarop we van het begin al hebben zitten wachten.
We hebben ons ontbijt om zeven uur besteld om vroeg te kunnen vertrekken. Om acht uur zijn we al op weg. Op de heenweg rijden we opnieuw via Vilaflor. Zonder stoppen rijden we tot aan de kabelbaan. We zijn bij de eersten. Zo is het gemakkelijk, niet aanschuiven, niet drummen. De JetAir hostess had ons in het hotel gewaarschuwd voor de kabelbaan. De foto op de folders was volgens haar genomen ergens in Duitsland. De installatie hier was verouderd en het betreden was op eigen risico. Moedwil of een misplaatste grap ? Gelukkig hebben we niet naar haar geluisterd. De installatie is hypermodern. De veiligheid zowel in de stations als in de cabines is verzekerd door de aanwezigheid van personeel dat permanent in contact staat met de dispatching. Geen sprake van slordigheid, de procedures worden stipt gevolgd.
De cabine is vol in het naar boven gaan. We genieten van het steeds wisselend uitzicht. Boven schijnt de zon uitbundig, maar toch is het op deze hoogte zeer fris. Heerlijk. We beginnen met onze Fleese aan en dicht te doen. We nemen de rechtse wandeling tot aan de mirador, het verste uitkijkpunt. Het is fantastisch. Hier past maar één commentaar op ; ge moet het zelf komen zien. Beneden aan de wagen hebben we al ons licht schoeisel vervangen door steviger gerief en dit is absoluut nodig.
Na iets meer dan een uur zijn we terug bij de kabellift. We hadden wel wat langer willen blijven. Maar ik begrijp dat anderen ook de kans moeten krijgen. Het naar beneden gaan is nog mooier dan het naar boven gaan. Aan een piloon halfweg stoppen we om een onderhoudswerker aan boord te nemen. Hij komt niet binnen, maar blijft in een zitje, aan de buitenkant, meereizen. Beneden zijn we nog steeds zo onder de indruk, dat we ons zonder tegenpruttelen een foto van ons , met bijhorend attest , laten aansmeren.
We hebben een nieuwe film nodig en die vinden we in het onvermijdelijk bijhorend souvenirwinkeltje. We kopen er ook een video over de nationale parken van Tenerife. Aangezien er geen Nederlandse versie bestaat, kiezen we, zonder er bij te denken, voor een Franse versie. (thuisgekomen zullen wij ontdekken dat het een "secam" opname is, onze televisie enkel "pal").
Het is half twaalf en ik informeer in het restaurant aan de kabelbaan naar de openingsuren. We mogen direct binnen. Het komt ons goed uit. Het restaurant is gezellig. Sfeervol. Met grote ramen, die uitzicht geven op Las Cañadas. We bestellen Paella. Een vergissing. Dit is nu de tweede keer dat ik op Spaans grondgebied dit typisch Spaans gerecht probeer. En het is de tweede maal dat het tegenvalt.
Na het eten rijden wij naar de Parador Nacional de las Cañadas. En vertrekken vandaar voor het bezoek aan "Las Roques de Garcia". Dit is de plaats waar de meeste bussen komen. Een bus levert juist een lading af. De inhoud ervan neemt de nodige foto's , gaat twintig meter naar links, twintig meter naar rechts en verdwijnt op een snerpend fluitsignaal terug in de bus op zoek naar andere bezienswaardigheden. Wij prijzen ons gelukkig , onze eigen baas te zijn. Het is mijn bedoeling een wandeling over het pad "Chamoni de Chasna " te doen. Als ik de startplaats ervan vraag aan een ter plaatse zijnde parkwachter; legt die ons in goed Engels uit ; dat die wandeling pas echt interessant wordt als men veel tijd heeft en een wagen aan de Parador en een wagen aan het bezoekerscentrum heeft. Hij raadt ons als kontaktname met Las Cañadas de ongeveer 2 uur durende wandeling nr 3 aan, die hier ter plaatse begint en in een wijde cirkel rond Las Roques loopt. Zelden heb ik een betere raad gekregen. Eerst ben ik een beetje wantrouwig, want het begin van de wandeling is een bijna geplaveide weg. Uit het zicht van de parking verandert dat snel. Het wordt één van de mooiste wandelingen die ik ooit gemaakt heb. Een wandeling van een zodanig ander gehalte, dat vergelijkingen onmogelijk zijn. Op die hoogte zou ik mij laten verleiden , te spreken van hemelse zaligheid. Jammer, dat, als ik mijn blik naar omlaag richt, ik geconfronteerd wordt met resten achtergelaten door de Homo Smokiens. Geen enkel, bij zijn volle verstand zijnde, mens, zou het in zijn hoofd halen midden in de Sixteinse kapel te Rome een sigaret op te steken. Hier in één van de mooiste openluchtkathedralen van de Natuur doen ze het wel. Niet te begrijpen. Iedere bocht, bijna iedere stap brengt ons iets nieuw. Er zijn in de loop van de geschiedenis tientallen, misschien honderden uitbarstingen geweest. En iedere uitbarsting heeft het als zijn taak aanzien, zijn eigen rotsen , met zijn eigen kleur en vormen achter te laten. Op een afstand van enkele meters veranderd het landschap zo snel, dat we het niet allemaal meer kunnen bevatten. Ik voel de wanhoop in onze gelederen sluipen ; je kunt toch niet blijven filmen. Als u uw zinnen bij elkaar wilt houden zijn er maar twee mogelijkheden _ ofwel trek je voor die wandeling van twee uur een ganse dag uit en sleur je een handkar met fotografisch materiaal mee _ ofwel laat je alle fototoestellen thuis.
Wij zijn gelukkig van een nuchtere soort en weten ons te beheersen. Trouwens ons filmmateriaal was halfweg reeds op.
Las Cañadas zit vol verrassingen. En we hadden het kunnen weten, ook wandeling 3 heeft er één in petto. En wát voor één. In de tweede helft van de wandeling zijn we, zonder er erg in te hebben, ongeveer een 100 meter gedaald. En in de laatste meters moeten we die hoogte overwinnen om weer aan de parking te komen. Ten aanschouwe van een aantal over de borstwering toekijkende toeristen geven wij daar een pracht imitatie van een groepje berggeiten, op retour, ten beste. Een paar kijkers maken wel een niet mis te verstane beweging met de wijsvinger tegen het hoofd.
Terug naar de Parador, om bij een grote frisse pint , te bekomen van de emoties. En dan naar huis.
Maar zo gemakkelijk kom je van Las Cañadas niet af. Als we aan de toegang bij "Boca de Tauce" rechts afslaan richting noorden krijgen we nog een laatste verrassing te verwerken. Een onmetelijk lavaveld is daar precies gisteren neergelegd. Dit moet het resultaat zijn van de laatste uitbarsting in 1909 die voornamelijk in Noordwestelijke richting plaatsvond. Gitzwarte rotsen, soms met een blauwe schijn, liggen, links en rechts van ons in een eindeloze opeenvolging als versteende golven in de branding. Waar tot nu toe de Tenerifiaanse binnenwegen alleen kronkels en bochten te zien gaven, ligt er hier een kilometerlange kaarsrechte gloednieuwe weg. Soms rijden wij boven de lava, soms torent de lava boven ons uit. Het is hallucinant. Na een paar kilometer zien we enkele geelgroene punten. Het zijn schuchtere pogingen van een paar kleine dappere dennen die hier een nieuw leven willen beginnen. Naargelang we verder rijden worden de boompjes stilaan groter, tot we uiteindelijk opnieuw in een normale wereld met grote bomen en veel bochten terechtkomen. Chio , Guia de Isora , het zijn ondertussen bekende namen op weg naar ons hotel. De avond verloopt zoals de andere avonden. De JetAir-hostess keuren wij geen blik waardig.


Tenerife : dag 7 -12/05/2001.

Barranco del Infierno.

Eigenlijk stond de hoofdstad Santa Cruz op het programma, maar ik wil absoluut de Barranco del Infierno, de hellekloof zien.
Adeje is niet ver . Ik vind een parkeerplaats dichtbij de kerk, waar de wandeling begint. Uit de beschrijving lees ik " op de terugweg kunt u uw dorst lessen in bar-restaurante OTELO of er een uitstekende canarische maaltijd nemen" . Ik kijk rond , zie verscheidene restaurants maar geen Otelo ; misschien in een zijstraat ? De beschrijving klopt . Aan de kerk eerst naar links tot de voormalige gravenresidentie "casa Fuerte". Van buiten uit is het moeilijk om zich een idee te vormen van het gebouw. Op het eerste zicht stelt het niet zoveel voor. Om een juist beeld te krijgen zou men ook eens binnen moeten kunnen rondwandelen. We draaien rechtsaf een steile weg omhoog. En steil is het. Na zes dagen activiteit willen onze benen niet meer zo goed mee. Wanneer we boven zijn heeft ook onze hartslag weer ongekende hoogten bereikt. En wat staat er aan de ingang van de barranco? Juist ; bar-restaurante OTELO. Eigenlijk hadden we met de wagen tot hier kunnen komen. Alhoewel, veel plaats om te parkeren en om te keren is er niet.
Aan de echte startplaats is een platformpje van waarop men een prachtig zicht heeft op het begin van de barranco. De bodem ervan ligt diep onder ons. De barranco is smal en steil. In de zomer, onder de volle zon moet het hier gloeiend heet zijn. Vandaag is er lichte bewolking , met nu en dan een opklaring. Ideaal wandelweer. In de flank is een pad aangelegd dat langzaam stijgend de kronkels van het ravijn volgt. De bodem van het ravijn stijgt sneller zodat men na een 3 tal km de bodem bereikt. Na iedere bocht hebben we een ander zicht. Onder de steile rotwanden, tussen rotsen en stenen staan overal mooie cactussen , manshoge Euphorbias en allerhande kleinere rotsplanten. Velen ervan staan in bloei. Halverwege dwarsen we een soort aquaduct . Eén van de vele wateropvangsystemen die de eilandbewoners op iedere bergflank hebben aangelegd, om toch maar geen druppel water te laten verloren gaan.
Wanneer we de bodem van het ravijn bereikt hebben, komen we opeens in een totaal andere wereld terecht. Van een dorre, droge woestenij komen we in de tropische jungle. We lopen door een tunnel van groen naast een kabbelend beekje. Ik hoor een merel en een lijster tegen mekaar op fluiten. Het pad is smal geworden, soms moeten we door het water. Is dit Tenerife of ben ik door één of andere duistere kracht op een ander eiland terechtgekomen. Ik heb de neiging om te zeggen "beam me up , Scotty". Een braam doet een aanval op mijn rugzak en bezorgt mij een paar striemen op mijn arm. Bij een bruggetje zwiept een wilgentak mijn pet van het hoofd. Een reflex à la Jean-Marie Pfaff red mijn hoofddeksel van de ondergang. In de verte hoor ik gekrijs. Ik heb een visioen van een bende apen die vreedzame toeristen beroven. Krampachtig houd ik mijn fototoestel vast. Het is een groep Italiaanse jongens en meisjes. Hun getater wordt weerkaatst door de dichte begroeiing en door de hoge rotswanden daarboven tot het klinkt als het geratel van een machinegeweer. We laten hen voorbij gaan. Na een halfuurtje door dit heerlijk decor bereiken we het einde van de tocht. Een bijna loodrechte wand van 50, 100 meter of meer? Moeilijk te schatten. En uit een gleuf omtrent op halve hoogte ontspringt een waterval. Geen Niagara, maar toch.Vanwaar komt dat water ? Is het nog van de sneeuw die deze winter boven op de Teide gevallen is . Of van de vochtige noordkant van het eiland en dan ondergronds naar hier? Voor mij een mysterie. 's Zomers schijnt het slechts een smal stroompje te zijn. Aan de voet van de rots is er een grote, bijna ronde plaats. Een natuurlijk theater. Hier verpozen we geruime tijd alvorens de terugtocht aan te vatten. Terwijl we rusten , zijn de wolken dikker en zwaarder geworden. Wanneer we vertrekken is de top van de kloof reeds omhuld en aan het zicht onttrokken. De terugweg is even mooi , we zien alles nu van de andere kant. In weerwil van de wolken en het kouder worden zijn we toch sterk bezweet wanneer we de barranco verlaten. Daarom durven we niet op het terras van Otelo plaats te nemen. We installeren ons aan een tafeltje binnen, met mooi uitzicht op de barranco. Wat eten wij? Juist : " conejo en salmorejo con papas arrugadas " voorafgegaan door een "Ensalada" en vergezeld van een grote karaf vino tinto. Het konijn is zo mogelijk nog beter dan dat in Arafo. Wij spreken geen Spaans en dus neemt mijn vrouw het woordenboekje en schrijft onze waardering voor de kookkunst op een briefje. Dit wordt zo op prijs gesteld , dat men ons een digestief aanbiedt. Een lekker smakend lila drankje.
Terug naar de wagen en naar het hotel. En beginnen met valiezen pakken.
Het afleveren van de huurwagen gebeurt stipt op tijd en ditmaal zonder het minste probleem. Het beperkt zich tot het plaatsen van een handtekening en het afgeven van de sleutel.
De avond wordt ingezet met een gezamenlijke reünie en een verfrissende Sangria aangeboden door de vriendenkring. De reisbegeleidster , tevreden over de groep, blijft niet achter en laat een tweede glas aanrukken. Maar dàt was wel onvoorzien en dus een beetje teveel werk voor de barman; de glazen zijn kleiner en veel fruit zit er niet in. We zijn tenslotte in Spanje .
De rest van de avond is zoals de andere avonden.


Tenerife : dag 8 -13/05/2001.

Het verblijf zit er op. Wekken om 6 uur. Ontbijt om 7. Vertrek naar de luchthaven om 8 uur. Take-off om 10.30 uur. Het vliegtuig arriveert in Tenerife met ruime vertraging. Het vertrek is dan ook bijna een uur later dan voorzien. Geen probleem volgens de gezagvoerder. Gebruik makend van de straalstroom maken we dit wel goed. En inderdaad , mooi op tijd landen we in Zaventem. Op korte tijd heeft iedereen zijn bagage en zitten wij op de bus op weg naar huis. Een perfect einde van een perfecte vakantie.
Jos Dejonghe, mei 2001.